Het ontstaan van de Wintersplinter
In april 2012 mocht ik het bestuur van PINT regio Zuid-Holland ontvangen in de brouwerij. Ze hadden begrepen dat ik mijn produktie-capaciteit wilde gaan uitbreiden, en wilden daar eens verder over praten. Al snel kwam het gesprek op het Winterbierfestival Gouda, dat in januari 2013 al weer toe is aan zijn 20e editie. Een mijlpaal om te vieren en vandaar de vraag of de Leidsche Bierbrouwerij voor die gelegenheid een lustrumbier zou kunnen ontwikkelen en brouwen.
Natuurlijk was ik zeer vereerd met dit verzoek. Het Winterbierfestival Gouda is tenslotte een gerenommeerd festival waar veel enthousiaste, maar ook kritische bierliefhebbers op af komen. Ik was ook enigszins bezorgd, want de ontwikkeling van een nieuw bier kan zo maar 6 tot 9 maanden duren, en ook de geplande capaciteitsuitbreiding (nieuw brouwhuis en fermenters) moest nog gerealiseerd worden.
Gelukkig was het PINT-bestuur behulpzaam, want op mijn vraag wat voor bier ze in gedachten hadden was het antwoord simpel: “Een sterke versie van je Morsporter”. Dat zou de ontwikkelingstijd natuurlijk enorm bekorten, waardoor er genoeg tijd was om een aantal specifieke smaakvarianten te onderzoeken. Het leek me namelijk interessant om de smaak van de Morsporter (koffie, chocola, donkere broodkorstjes en een hint van ‘blauw fruit’) te combineren met specerijen zoals gember en peper. En ook om verder te experimenteren met houtlagering, waar ik bij de Leidsch Brett. al wat ervaring mee had opgedaan.
Lagering in houten vaten is in de brouwerij helaas nog geen optie vanwege de extra opslagruimte die daar voor nodig is. Maar lagering met houtsnippers is smaaktechnisch een uitstekend alternatief, en heeft als voordeel dat je veel eenvoudiger een blend van verschillende houtsoorten kunt realiseren. Amerikaans eiken geeft bijvoorbeeld een heel andere smaak af dan Frans eiken, en de ’toasting’ van het hout maakt ook veel uit. Een Leidsch Bier-fan, werkzaam bij de lokale bouwmarkt, raadde me aan om ook de houtsnippers van Weber (van die barbecues) te proberen. Zij brengen maar liefst 5 verschillende soorten houtsnippers op de markt voor het roken van gerechten op de barbecue.
Eind juni 2012 waren de testbieren gereed voor een proefsessie. De bieren met gember en peper vielen al snel af, vanwege de branderigheid die de andere smaken van de porter overschaduwden. De Weber-houtsnippers waren ook geen succes, omdat ze juist helemaal geen smaak afgaven (althans niet bij een normale dosering). De verschillende soorten ’toasted oak’ bleken wel een schot in de roos. Niet zo zeer vanwege een overdreven houtsmaak, maar omdat ze (in de juiste dosering!) de andere smaken in de porter juist mooi aanvulden. De naam Wintersplinter was toen ook een logische keuze voor een winterbier met houtsnippers… 😉
Nadat begin oktober het nieuwe brouwhuis en de fermenters in gebruik genomen waren (voor het Kerstbomenbier van 14,9 °Plato) was de Wintersplinter half oktober aan de beurt. Een bier van 21,1 °Plato betekent ook een zware storting met veel mout en de brouwketels konden het volume maar net aan. Uiteindelijk waren er 5 brouwsels nodig om één fermenter vol te krijgen, maar dat verliep allemaal naar wens. Na de vergisting, dryhopping met Bramling Cross-hop, en lagering was het tijd om een deel van het jongbier af te vullen in RVS-vaten met de geselecteerde houtsnippers. De dosering houtsnippers was een overdosis (genoeg voor de hele batch) zodat we uiteindelijk bij het afvullen van de flessen de perfecte blend konden maken.
Een lustrumbier hoort natuurlijk in een feestelijk flesje met een mooi etiket. Het PINT-bestuur had Bob van Dijk (Aikibob op Facebook) gevraagd om een ontwerp te maken. Deze enthousiaste designer maakt voor steeds meer Nederlandse brouwerijen ontwerpen en de resultaten zijn schitterend. Zo ook het donkerblauwe etiket van de Wintersplinter met een winters tafereel, het houtprofiel en de subtiele kleurvariatie van de letters P, I, N en T. Daar hoort ook een moderne fles bij: de Longneck 33 cl, die ook de nieuwe standaardfles wordt van de Leidsche Bierbrouwerij.
Er wachtte nog één grote klus: het afvullen van zo’n 400 liter Wintersplinter. Bij een kleine brouwerij gaat dat natuurlijk op ambachtelijke wijze (= handmatig ;-)), net als het afsluiten van de fles met een kroonkruk én het plakken van de etiketten. Op een zondagmiddag in december heeft het PINT-bestuur zich met enthousiasme op deze flinke klus gestort. En met succes, want een enorme verzameling flessen was het resultaat.
Het proeflokaal van de Leidsche Bierbrouwerij doet ook dienst als moutopslag, schrootkamer, afvulruimte én als warme kamer. Daar hebben de flessen Wintersplinter de afgelopen weken rustig en warm staan nagisten en rijpen, in afwachting van de grote dag.
Op zondag 20 januari 2013 zullen ze namelijk gepresenteerd worden aan het publiek tijdens het Winterbierfestival Gouda. Een bijzonder spannend moment!